Ramyra, 1 juni 1999 - 6 augustus 2005
Geplaatst: 06 aug 2005 14:04
Ramyra van de Weelsedijkhoeve
1 juni 1999 – 6 augustus 2005
Je was 9 maanden toen je bij ons kwam, zwaar verwaarloosd en tot op het bot vermagerd. Door je fokker weggehaald uit een tuin waar je aan een ketting lag en niet verder mocht komen dan de schuur.
Dezelfde week kwam je bij ons thuis en werd je herenigd met je moeder Nicky.
Eten werd je grootste hobby en als je mocht zwemmen en bramen plukken kon je dag niet meer stuk.
Al gauw knapte je op. Je bleef een beetje kleiner dan je moeder, maar dat deerde niet want daardoor was je veel wendbaarder dan andere Bordeaux Doggen.
Je zou vast heel oud worden, dachten wij.
Helaas heeft dat niet zo mogen zijn. Dat waar je het meest van hield: je bak met voer, bleef opeens onaangeroerd staan. Als jij niet eet dan moet er toch iets goed mis zijn.
Niets bleek minder waar. Je lever liet je in de steek. Lange tijd bleef onduidelijk wat je precies mankeerde. Even leek je te zijn hersteld. Helaas kwam de ziekte terug en toen ging het snel.
De uiteindelijke diagnose kwam ondanks alles hard aan. Je had levercirrose en ernstig leverfalen. Je zou nooit meer beter worden.
Ons vrolijke meisje veranderde in een stil, teruggetrokken wezentje dat ons nauwelijks meer leek te herkennen. Vanuit je mand observeerde je ons, je ogen leken te zeggen: “Laat mij nou maar, laat mij maar gaan.â€
1 juni 1999 – 6 augustus 2005
Je was 9 maanden toen je bij ons kwam, zwaar verwaarloosd en tot op het bot vermagerd. Door je fokker weggehaald uit een tuin waar je aan een ketting lag en niet verder mocht komen dan de schuur.
Dezelfde week kwam je bij ons thuis en werd je herenigd met je moeder Nicky.
Eten werd je grootste hobby en als je mocht zwemmen en bramen plukken kon je dag niet meer stuk.
Al gauw knapte je op. Je bleef een beetje kleiner dan je moeder, maar dat deerde niet want daardoor was je veel wendbaarder dan andere Bordeaux Doggen.
Je zou vast heel oud worden, dachten wij.
Helaas heeft dat niet zo mogen zijn. Dat waar je het meest van hield: je bak met voer, bleef opeens onaangeroerd staan. Als jij niet eet dan moet er toch iets goed mis zijn.
Niets bleek minder waar. Je lever liet je in de steek. Lange tijd bleef onduidelijk wat je precies mankeerde. Even leek je te zijn hersteld. Helaas kwam de ziekte terug en toen ging het snel.
De uiteindelijke diagnose kwam ondanks alles hard aan. Je had levercirrose en ernstig leverfalen. Je zou nooit meer beter worden.
Ons vrolijke meisje veranderde in een stil, teruggetrokken wezentje dat ons nauwelijks meer leek te herkennen. Vanuit je mand observeerde je ons, je ogen leken te zeggen: “Laat mij nou maar, laat mij maar gaan.â€