Ik kocht je in mijn eindexamenjaar van de HAVO. Toen ik nog folders liep en we elke week folders moesten vouwen zat je parmatig op de tafel. Het liefst zat je in de weg. Als we een folder op je legden omdat je op de stapel zat bleef je stug zitten. Je hebt heel wat keren mijn karen gekamd op jouw vogelmanier en mijn oorbellen losgemaakt en kwijtgemaakt. Je snavelafdrukken staan in het gouden kettinkje dat ik van opa en oma kreeg.
Ontelbaar veel keren zat je op mijn schouder met je kop tegen me aan te knuffelen en je vloog steeds maar achter me aan om op mijn hoofd te gaan zitten als ik weg wilde gaan. Elf jaar heb ik van je mogen genieten tot je vanavond je laatste adem uitblies.
Byou ik vergeet je niet.
